Angst om dood te gaan
Wilma is een jonge vrouw die o.a. overmatig bang is om dood te gaan. Zij is vooral bang om te stikken. Zover zij zich kan herinneren heeft zij dit vanaf haar vroegste jeugd gehad.
Ze maakt gemakkelijk contact met haar vroegere ervaringen. Tijdens een sessie komt ze terecht in het leven van een jonge vrouw die deel uitmaakt van de harem van een oosterse vorst. Het is een onplezierig leven, want de bebaarde echtgenoot is een onuitstaanbare kerel. Bovendien is er nogal wat rivaliteit tussen de vrouwen in de harem. Dat laatste wordt haar zelfs fataal, want ze sterft doordat een van haar rivalen tijdens de slaap een kussen op haar gezicht drukt, waardoor ze stikt.
Wilma is zich ervan bewust dat ze nu geen deel meer uitmaakt van een harem. Ze heeft al jaren een prima relatie met haar partner en van moordzuchtige rivalen die haar willen laten stikken is absoluut geen sprake. Ze beseft dat er dus geen enkele reden meer is om haar angst nog langer vast te houden. Tegelijk begrijpt ze nu waarom ze zo'n hekel heeft aan mannen met baarden.